Omzetting EU Richtlijn 2014/60

Geplaatst op 23/05/2016

 

België heeft eindelijk de EU Richtlijn 2014/60 van 15 mei 2014 betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht(*) omgezet in Belgisch recht, door een op 23 mei 2016 gepubliceerde wijzigingswet(**). De deadline voor het omzetting van de richtlijn was al voorzien op 18 december 2015. Op advies van de Raad van State heeft de omzettingswet echter geen terugwerkende kracht. Ze treedt in werking 14 dagen na haar publicatie (op 7 juni 2016 dus).

Conform de nieuwe richtlijn (die een herschikking is van de eerdere Richtlijn 93/7/EEG van 15 maart 1993 betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht) brengt de nieuwe wet de volgende wijzigingen aan het bestaande regime:

  • Vooreerst breidt de nieuwe wet het toepassingsgebied van de Europese teruggaveregeling uit tot alle cultuurgoederen die uit hoofde van nationale wetgeving of van nationale administratieve procedures door een lidstaat zijn aangemerkt of omschreven als nationaal artistiek, historisch of archeologisch bezit in de zin van artikel 36 VWEU.
  • Vervolgens wordt het gebruik van de IMI-module opgelegd om er voor te zorgen dat de centrale autoriteiten op een efficiënte manier samenwerken en informatie uitwisselen met betrekking tot cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht.
  • Verder wordt de termijn waarbinnen moet worden nagegaan of het in een andere lidstaat ontdekte cultuurgoed inderdaad een cultuurgoed is in de zin van richtlijn, verlengd tot zes maanden.
  • De voornaamste wijzigingen zijn inhoudelijk:
  • de verjaringstermijn van een vordering tot teruggave wordt verlengd tot drie jaar nadat de plaats waar het cultuurgoed zich bevindt dat op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat is gebracht en de identiteit van de bezitter of de houder van dat goed ter kennis van die lidstaat zijn gekomen; en
  • de bewijslast voor de bezitter die een vergoeding wenst te krijgen wordt omgekeerd door aan de bezitter de verplichting op te leggen aan te tonen dat hij de nodige zorgvuldigheid (‘due diligence’) heeft betracht bij de verwerving van het goed.

De bijlage met de categorieën van cultuurgoederen, die onderdeel uitmaakte van de vroegere richtlijn 93/7 en ook van de Belgische wet van 28 oktober 1996, wordt eveneens opgeheven.

(*) Richtlijn 2014/60/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht en houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 (herschikking).

(**) De wet van 4 mei 2016 tot wijziging van de wet van 28 oktober 1996 betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van bepaalde buitenlandse Staten zijn gebracht.

 

terug naar het overzicht

Verklaring over cookies