Omzetting van de UNESCO Conventie over de bescherming van cultureel erfgoed onder water

Geplaatst op 30/05/2014

Wet van 4 april 2014 betreffende bescherming van het cultureel erfgoed onder water

Deze wet, die werd gepubliceerd op 18 april 2014, is een omzetting van de UNESCO Conventie over de bescherming van cultureel erfgoed onder water van 2001.(1) 

Het cultureel erfgoed onder water betreft het erfgoed ontdekt in de Belgische territoriale zee, in de exclusieve economische zone en in het continentaal plat, behalve wat betreft de wrakken en wrakstukken beschermd door het Internationaal Verdrag betreffende de verwijdering van wrakken (2007).

De wet legt een meldingsplicht op voor elke vondst, op straffe van verbeurdverklaring, aan de door de Koning aangewezen ontvanger van het cultureel erfgoed onder water. Deze stelt een onderzoeksrapport op en, in geval van positief gemotiveerd advies, kan de Koning het erfgoed onder water in situ beschermen en alle individuele of reglementaire maatregelen nemen die nodig zijn voor de bescherming ervan, mits een afweging van elke mogelijke impact van die maatregelen op de activiteiten in de omgeving.

De gouverneur van de provincie van West-Vlaanderen wordt aangewezen als ontvangen.(2)  Deze keuze is logisch want de Belgische kust vormt de noordergrens van deze provincie.

De wet brengt een originele oplossing met het invoeren van een trapsgewijze eigendomsverwerving van vondsten.

In eerste instantie gaat de eigendom naar de eigenaar van het erfgoed op het moment van zinken, indien deze zijn eigendomstitel kan bewijzen binnen de negen maanden na de bekendmaking van de vondst (artikel 10). De vondst kan ook worden overgedragen aan een openbaar bestuur, een instelling van openbaar nut of een museum dat binnen diezelfde negen maanden melding maakt van zijn wens om eigenaar te worden van de vondst (artikel 11). Een conflictregeling is voorzien ingeval van samenloop tussen deze twee potentiële begunstigden (artikel 12).

Indien het erfgoed niet wordt opgevraagd door de oorspronkelijke eigenaar noch door een openbare instelling of museum binnen de periode van negen maanden, gaat de vondst naar de vinder (artikel 13). Indien de vinder evenmin eigenaar wenst te worden, gaat de eigendom over naar de Belgische Staat (artikel 5).

De wet voorziet tevens vooruitstrevende publiciteitsmaatregelen die rekening houden met het digitale tijdperk, zoals de elektronische registratie (artikel 7, al. 1) en de verplichting om een voor het publiek toegankelijke website aan te houden (artikel 9, al. 1).

Verder bepaalt de wet dat vondsten van menselijke resten respectvol dienen te worden bejegend. Dit voorschrift neemt zij letterlijk over van de UNESCO Conventie. Het is bij ons weten de eerste keer dat een Belgische wettekst in verband met cultureel erfgoed uitdrukkelijk naar menselijke resten verwijst.

Een laatste interessant aspect van de wet betreft het algemeen verbod om illegale vondsten te bezitten of te verhandelen. Dit verbod laat de bedoeling van de wetgever vermoeden om het cultureel erfgoed onder water als publiek domein te beschouwen, onverhandelbaar en onverjaarbaar dus.

De wet treedt in werking op 1 juni 2014.(3)

 

(1) België heeft het UNESCO Verdrag ter bescherming van cultureel erfgoed onder water (2001) op 8 augustus 2013  bekrachtigd.

België was daarmee de 45ste Staat die dit belangrijk verdrag inzake cultureel erfgoed ratificeerde.

De verschillende gefedereerde entiteiten hadden daarvoor al elk afzonderlijk hun instemming gegeven om het internrechtelijk bindend te maken :

- de federale overheid b ij wet van 6 juli 2013, BS 25 oktober 2013 ;

- het Waals Parlement bij decreet van 26 april 2013, BS 22 mei 2013 ;

- het Parlement van de Franstalige Gemeenschap bij decreet van 19 april 2012, BS 26 juni 2012 ;

- de Duitstalige Gemeenschap bij decreet van 19 maart 2012, BS 18 april 2012 ;

- het Brussels Gewest bij ordonnantie van 4 september 2008, BS 30 september 2008 ;

- het Vlaams Parlement bij decreet van 16 juli 2010, BS 9 augustus 2010.

(2) Artikel 1 van het Koninklijk Besluit van 25 april 2014 betreffende de bescherming van het cultureel erfgoed onder water, B.S. 14 mei 2014.

(3) Artikel 4 van hierboven vermeld KB van 25 april 2014.

 

terug naar het overzicht

Verklaring over cookies